In de code-editor kunt u op verschillende manieren de weergave van de code beheren. Deze sectie bevat informatie over het instellen van deze weergaven.
De ge∩ntegreerde ontwikkelomgeving bevat een aanvullende nieuwe weergavemodus met de naam Documenten met tabs, waarmee u tegelijkertijd meerdere editors en documenten kunt openen. U opent de editors en documenten via de tabbladen boven in de code-editor. Evenals in eerdere versies, kunt u de documenten ook in de MDI (Multiple Document Interface)-modus openen, waarbij alle vensters zijn samengevoegd (maar zonder de tabs). De vensters kunnen naast elkaar worden weergegeven, geminimaliseerd, enzovoort. U kunt de omgeving ook openen in de SDI (Single Document Interface)-modus, waarbij ieder document in een afzonderlijk venster op het bureaublad wordt weergegeven.
Schakelen tussen de weergavemodi van de IDE
U kunt voor ΘΘn document meerdere code-editor-vensters maken, zodat u verschillende delen van het document tegelijk kunt weergeven. U kunt ook verschillende delen van een bestand tegelijk weergeven door het deelvenster verticaal te splitsen. Als u echter een nieuw venster maakt, kunt u twee verschillende delen van het bestand in volledige vensters weergeven. In de code-editor kunt u een nieuw documentvenster in de omgeving maken.
Een nieuw venster maken
Als u deze opdracht uitvoert in de standaardmodus Documenten met tabs, wordt er een nieuw tabblad aan de code-editor toegevoegd. In de andere twee modi wordt er een nieuw venster weergegeven.
U kunt het venster van de code-editor in twee afzonderlijke delen splitsen, zodat u eenvoudiger bewerkingen kunt uitvoeren.
Splitsen in deelvensters
Het nieuwe deelvenster bevat hetzelfde document. Wijzigingen die in het ene deelvenster worden aangebracht, worden ook weergegeven in het andere deelvenster, tenminste als in beide deelvensters hetzelfde deel van het document wordt weergegeven.
Als u Automatische terugloop activeert door tweemaal op CTRL+R te drukken, wordt de horizontale schuifbalk verwijderd. Coderegels die de breedte van het code-editor-venster overschrijden, worden automatisch op de volgende regel geplaatst, in plaats van dat deze buiten het scherm vallen.
Automatische terugloop activeren
Als de editor in de Virtuele ruimte-modus wordt uitgevoerd, lijkt het alsof de ruimte achter iedere coderegel is gevuld met een oneindig aantal spaties, waardoor de coderegels doorlopen tot buiten het zichtbare gebied van het scherm.
De Virtuele ruimte-modus inschakelen
Als de Virtuele ruimte-modus niet is ingeschakeld, springt de cursor aan het einde van een regel naar het eerste teken van de volgende regel en andersom.
Opmerking De Virtuele ruimte-modus is altijd actief als de Kolomselectie–modus wordt uitgevoerd.
U kunt regelnummering inschakelen in de code. Regelnummers zijn bijvoorbeeld handig bij het navigeren in tekst.
Opmerking Als u regelnummering inschakelt, houdt dit niet in dat het document ook met regelnummers wordt afgedrukt. Als u regelnummers wilt afdrukken, moet u het selectievakje Regelnummers inschakelen bij de opdracht Pagina-instelling in het menu Bestand.
Regelnummers in de code weergeven
U kunt alle werkvensters verbergen en alleen documentvensters weergeven door de Volledig scherm-modus in te schakelen.
De Volledig scherm-modus inschakelen
Er zijn nog meer manieren om de weergave van de code of tekst in te stellen:
U kunt de opdracht Samenvouwen naar definities gebruiken als u een overzichtsweergave van de code wilt maken. U kunt bijvoorbeeld alle functieblokken in een klasse, het blok van de klasse en de naamruimte waarbinnen de klasse is gedefinieerd, samenvouwen. Hierdoor krijgt u snel een algemeen overzicht van de code en hoeft u alleen de definities uit te vouwen van de functies die u wilt bewerken.
U kunt de lettertypen en kleuren die in de editor worden weergegeven, wijzigen, evenals de afdrukweergave.